In een recente zaak tussen een werknemer en de Volkskrant heeft de kantonrechter geoordeeld over de kwalificatie van de arbeidsrelatie tussen beide partijen. De kern van het geschil draaide om de vraag of de overeenkomst tussen werknemer en de Volkskrant moest worden beschouwd als een arbeidsovereenkomst of als een Overeenkomst van Opdracht. Het oordeel van de kantonrechter heeft gevolgen voor de rechten en verplichtingen van beide partijen.
Feiten van de zaak
Werknemer, een voormalige corrector bij de Volkskrant, verzocht de vernietiging van de opzegging van zijn overeenkomst, met als argument dat deze overeenkomst eigenlijk een arbeidsovereenkomst was volgens de bepalingen van artikel 7:610 BW van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek. Hij stelde dat hij gedurende vele jaren als corrector had gewerkt, waarbij hij regelmatig werkzaamheden verrichtte voor de krant, zoals het corrigeren van teksten. Werknemer beweerde dat hij structureel gemiddeld 13 uur per week werkte.
De Volkskrant daarentegen betoogde dat er slechts sprake was van een contractuele relatie op basis van een Overeenkomst van Opdracht, en niet van een formele arbeidsovereenkomst. De Volkskrant meende dat zij de overeenkomst rechtmatig had opgezegd vanwege bedrijfsorganisatorische redenen.
Beoordeling door de kantonrechter
De kantonrechter heeft de kwestie beoordeeld aan de hand van verschillende omstandigheden, zoals de aard en duur van de werkzaamheden, de wijze waarop de werkzaamheden en werktijden werden bepaald, de inbedding van het werk in de organisatie van de Volkskrant, de persoonlijke verplichting om het werk uit te voeren, de wijze waarop de contractuele regeling tot stand kwam, de hoogte en uitbetaling van de beloning, en de vraag of werknemer als zelfstandig ondernemer optrad.
Conclusie van de kantonrechter
Na een zorgvuldige afweging van alle omstandigheden oordeelde de kantonrechter dat de overeenkomst tussen [verzoeker] en de Volkskrant moest worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst. Ondanks de formele benaming van de overeenkomst als een Overeenkomst van Opdracht, concludeerde de rechter dat er sprake was van arbeid, loon en een gezagsverhouding tussen [verzoeker] en de Volkskrant, wat kenmerkend is voor een arbeidsovereenkomst volgens artikel 7:610 BW.
Gevolgen van de uitspraak
De uitspraak heeft verschillende gevolgen voor beide partijen. Ten eerste betekent dit dat de opzegging van de overeenkomst door de Volkskrant in strijd was met de wet en daarom wordt vernietigd. Daarnaast heeft werknemer recht op achterstallig loon, emolumenten en andere vergoedingen vanaf de datum van opzegging tot aan de rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Ook zal de zaak worden aangehouden om partijen de mogelijkheid te geven om in onderling overleg tot een oplossing te komen met betrekking tot de verdere afhandeling van het dienstverband.
Tot slot
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van alle omstandigheden bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie. Hoewel partijen een overeenkomst kunnen sluiten onder een bepaalde benaming, zal de feitelijke uitvoering en aard van de werkzaamheden doorslaggevend zijn bij het bepalen van de juridische kwalificatie van de relatie. Deze zaak illustreert het belang van het kennen van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit verschillende soorten overeenkomsten tussen werkgevers en werknemers.
Geef een reactie